Didactische verantwoording

       De lessenseries op onze site zijn ontworpen volgens twee verschillende didactiekvormen. De eerste didactiek die we in de lessen hebben verwerkt is omgevingsonderwijs. De tweede didactiek die is terug te vinden in onze ontwerpen is Onderzoekend en Ontwerpend Leren (OOL). We zullen op deze pagina per didactiek toelichten wat de didactiek inhoudt, waarom we de didactiek hebben gehanteerd en hoe dit is terug te zien in onze lessenseries. 

 

Omgevingsonderwijs

Wat is omgevingsonderwijs? 

Bij omgevingsonderwijs wordt de leefwereld van de leerlingen de school binnen gehaald. Aan de hand van materiële en immateriële zaken uit de

omgeving worden verschillende lessen gegeven. Deze lessen behoren niet tot één vakgebied, maar hebben een hoge vakintegratie. Door de mogelijkheid vakken te integreren wordt omgevingsonderwijs vaak toegepast bij het maken van projecten. In zulke projecten staat niet alleen de feitelijke kennis centraal, maar ook het beheersen van verschillende vaardigheden en het ontwikkelen van een bepaalde attitude. Doordat een leerling niet zomaar alle informatie via boeken of zijn leerkracht kan krijgen, gaat hij of zij opzoek naar andere bronnen. Om de nieuwe bronnen te kunnen onderzoeken, zullen leerlingen gebruik moeten maken van meerdere intelligenties. Zo wordt niet alleen de linguïstische intelligentie gebruikt, maar bijvoorbeeld ook de visuele en naturistische intellegentie. (Declercq, E. (2011), Riessen, M., & Manen, I. (2006))

 

Waarom omgevingsonderwijs?

      Een groot voordeel van omgevingsonderwijs is dat de stof beter beklijft. Dit heeft alles te maken met het enthousiasme van de leerlingen. Door het verbreken van de dagelijkse routine, het prikkelen van de nieuwsgierigheid en het aanbieden van betekenisvolle kennis zullen de leerlingen de stof beter begrijpen en onthouden. Niet alleen is omgevingsonderwijs leuk voor leerlingen, maar ook voor leerkrachten. Door onderzoek te doen in de omgeving leren leerlingen en leerkrachten de buurt beter kennen en zal er een betere attitude ten opzichte van de buurt worden ontwikkeld. (Riessen, M., & Manen, I. (2006))

 

Hoe vind  je omgevingsonderwijs terug in onze lessenseries? 

      In de lessenseries zijn bepaalde aspecten van het omgevingsonderwijs terug te vinden. In elke bouw gaan de leerlingen op onderzoek uit in hun eigen buurt. Er wordt onderzoek gedaan naar het verkeer rondom de Staatsliedenbuurt. Niet alleen het doen van onderzoek, maar ook het verdiepen in de resultaten draagt bij aan de kennisverwerving en ontwikkeling van vaardigheden van leerlingen. De leerlingen leren bijvoorbeeld door onderzochte weggebruikers te categoriseren. Het doen van onderzoek en het samenwerken in een groepje dwingt de leerlingen gebruik te maken van de meervoudige intellegenties. Tijdens de lessenseries worden vooral de naturistische, interpersoonlijke, visuele en linguïstische intellegentie benut. Met deze lessenserie proberen wij de leerlingen kennis en vaardigheden te leren die ze niet meer vergeten. Door de abstracte leerlijnen te concretiseren, zullen de leerlingen zich de nieuwe kennis sneller eigen maken. Vervolgens laten wij de leerlingen de opgedane kennis toepassen in de praktijk. Zo leren de leerlingen bijvoorbeeld aan de hand van hun eigen onderzoek de verschillende functies van verkeersvoorzieningen en plaatsen ze later deze voorzieningen in een bepaalde situatie.       

 

Onderzoekend en Ontwerpend Leren

Wat is OOL?

       Zoals de naam al aangeeft, is Onderzoekend en Ontwerpen Leren (OOL) een didactiek die er op gericht is om kinderen te laten leren terwijl ze bezig zijn met onderzoeken of ontwerpen. Naast dat de leerlingen op een onderzoekende of ontwerpende manier kennis verwerven, is het bij OOL heel belangrijk dat leerlingen vaardigheden aanleren. De leerlingen ontwikkelen vaardigheden die vereist zijn voor een onderzoeker en/of ontwerper. Daarnaast is het bij OOL ook heel belangrijk dat de leerlingen een houding ontwikkelen die past bij hun rol. De leerlingen 'spelen' tijdens een OOL les namelijk alsof zij een onderzoeker of ontwerper zijn. Bij deze rollen hoort een nieuwsgierige, kritische en creatieve houding. Centraal staat dat de leerlingen zelf op zoek gaan naar antwoorden op een onderzoeksvraag of naar een oplossing voor een probleem. Een OOL les is doorgaans opgebouwd uit zeven stappen. Voor Onderzoekend Leren zijn dat opeenvolgend: confrontatie, verkennen, opzetten experiment, uitvoeren experiment, concluderen, presenteren/communiceren en verdiepen/verbreden. En bij Ontwerpend Leren worden doorgaans de volgende stappen doorlopen: probleem constateren, verkennen, ontwerpvoorstel maken, uitvoeren, testen en evalueren, presenteren en verdiepen (Van Graft & Kemmers, 2007). Je ziet dat de vorm heel erg vergelijkbaar is. Tijdens de introductie worden leerlingen geconfronteerd met een vraag of probleem. Tijdens de verkenning wordt onderzocht welke kennis de leerlingen al hebben over de vraag of het probleem. mogelijk wordt ook al een hypothese geformuleerd. Dan wordt de manier van aanpak bedacht. Dan wordt het ontwerpvoorstel of onderzoek uitgevoerd, dan worden de reslutaten geëvalueerd en gepresenteerd en tot slot wordt de opdracht verbreed of verdiept door de docent. 

 

Waarom OOL?

       Het primaire doel van OOL is om de wetenschappelijke houding van kinderen te stimuleren en te ontwikkelen. Bij wetenschap staat nieuwsgierigheid centraal. De mens is vanuit zichzelf een nieuwsgierig wezen. Zo heeft ieder mens altijd wel vragen over bijvoorbeeld objecten of verschijnselsen uit zijn omgeving. Het is heel belangrijk om deze nieuwsgierigheid bij kinderen constant te blijven prikkelen. Want we willen niet dat leerlingen leren omdat het moet, maar ook omdat ze het zelf willen. Bij OOL krijgen leerlingen de mogelijkheid om antwoorden te vinden op vragen die voor hun van belang zijn en ze krijgen de ruimte om hun gedachtes over het vraagstuk en hun onderzoeksresultaten met elkaar te delen. Dit alles zorgt ervoor dat de nieuwsgierigheid van kinderen wordt geprikkeld en dat de leerlingen een kritische en onderzoekende houding ontwikkelen. Dit is essentieel voor het onderwijs. Het onderwijs start vanuit motivatie. Je wilt dat leerlingen nieuwsgierig zijn, gemotiveerd om te leren. Als je dat hebt bereikt, ben je in staat om effectief onderwijs te verzorgen. Bovendien blijkt dat klassikale instructie van een docent slechts kort wordt onthouden. Echter is er de afgelopen veertig jaar groeiend bewijs dat instructie, die ontworpen is om tot zorgvuldige bestudering van echte fenomenen te komen, en het stellen van relevante vragen door zowel de leraar als de leerling, leiden emotionele betrokkenheid, blijvende herinneringen en cognitief begrip (Van Graft & Kemmers, 2007).

       Bij OOL gaan leerlingen dus op zoek naar antwoorden op hun vragen over de omgeving. Omdat wij in onze lessenseries omgevingsgericht onderwijs hebben verwerkt, hebben we ervoor gekozen om de leerlingen hun omgeving te laten onderzoeken volgens de stappen van Onderzoekend en Ontwerpend Leren.  

 

Hoe zie je OOL terug in onze lessenseries?

       De leerlingen doen in de lessen vaak onderzoek naar vragen en oplossingen. Dit doen ze op verschillende manieren. Ten eerste gaan de leerlingen in elke bouw eenmaal per lessenserie naar buiten om de omgeving van de school te onderzoeken. Daarnaast gaan de leerlingen op zoek naar antwoorden op het internet of in boeken die ze ofwel aangedragen krijgen, dan wel zelf mogen zoeken in de schoolbibliotheek. In groep 1-2 en groep 3-4 ligt de nadruk vooral op ervaren. De leerlingen ontdekken wat een juiste uitkomst is door dit zelf te ervaren. Ook moeten de leerlingen vaak met een groepje tot één antwoord komen door samen te werken. Hierbij oefenen ze met het definiëren van begrippen, het verzamelen van resultaten, vormen van een conclusie en presenteren van resultaten. Dit zijn belangrijke algemene vaardigheden die bij OOL van belang zijn en dus wordt daar in de onderste bouwen veel mee geoefend. Bij het opstellen van het experiment worden de leerlingen in de onderste twee bouwen nog veel begeleid. In groep 5-6 worden de leerlingen al meer vrijgelaten in het opstellen en uitvoeren van het experiment. De leerlingen krijgen vaker de mogelijkheid om geheel zelf te bepalen hoe ze de vraag gaan onderzoeken. Daarnaast krijgen ze nog nauwelijks begeleiding bij het uivoeren van het onderzoek. De leerlingen gaan bijvoorbeeld zelf opzoek naar antwoorden in boeken of op het internet. Het internet wordt pas in groep 5-6 gebruikt als onderzoeksbron omdat de leerlingen op deze leeftijd meestal genoeg kennis hebben om goed met het internet en zoekmachines als google overweg te kunnen om bruikbare informatie te vinden. Daarbij is het voor veel leerlingen van groep 3-4 nog moeilijk om te typen. Waar de leerlingen in groep 5-6 nog enkele sites aangeraden krijgen van de docent, wordt van de leerlingen uit groep 7-8 al verwacht dat ze zonder aanwijzingen resultaat kunnen halen. De aangereikte informatie is minimaal en er wordt dus veel gevraagd van hun onderzoeksvaardigheden die ze in de voorgaand bouwen hebben opgedaan. Ditzellfde geldt voor hun presentatievaardigheden. De leerlingen moeten bijvoorbeeld hun resultaten in een tijdbalk kunnen plaatsen. 

       Alle lessen zijn ontworpen volgens de stappen van OOL. Vrijwel iedere les worden de leerlingen geconfronteerd met een bepaald onderwerp, een vraag of een probleem waarbij de nieuwsgierigheid van de leerlingen wordt geprikkeld en vervolgens volgt er een aanrommelfase (verkenning) waarin de leerlingen zonder te onderzoeken een inschatting maken (hypothese stellen) of waarin de voorkennis van de leerlingen wordt verzameld (verkennen). Daarop volgt de opzet van het experiment en het onderzoek zelf. De stappen conclusie en presenteren zijn samengevoegd. Dit is gedaan omdat wij ervan overtuigd zijn dat het vaak heel nuttig kan zijn om een conclusie met de groep te vormen. Op deze manier leren de kinderen namelijk om een discussie te voeren, een besluit te nemen en om elkaars werk kritisch te bekijken. Ook zullen de kinderen meer van elkaar leren omdat ze direct betrokken zijn bij het werk van een ander. Tot slot volgt er eventueel een verdieping op het einde van de les of in een volgende les. Dit hangt af van de inhoud van de volgende les. Soms vindt er een verdiepingsfase plaats aan het einde van de les als opstapje naar een volgende les. Als in een volgende les een geheel ander onderwerp plaatsvindt, is er soms gekozen om de verdieping weg te laten. Tot slot vind je naast onderzoekend leren ook ontwerpend leren terug in onze lessenserie. In groep 1-2 ontwerpen de leerlingen hun eigen pictogram, in groep 3-4 ontwerpen de leerlingen en verkeerssituatie, in groep 5-6 ontwerpen de leerlingen een routebeschrijving en in groep 7-8 ontwerpen de leerlingen een plattegrond. Vaak vind je het ontwerpend leren terug in de laaste les van de lessenserie. Dit is gedaan zodat de leerlingen hun bevindingen van hun onderzoek uit de voorgaande lessen kunnen toepassen in een eigen ontwerp. Hier is voor gekozen omdat het de leerling veel voldoening zal geven als hij merkt dat hij zelf iets kan ontwerpen door middel van de opgedane kennis. En dat is belabgrijk omdat de leerlingen dan inzien wat het belang is van datgene wat ze geleerd hebben. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb