Les 1: De verschillende weggebruikers en pictogrammen onderzoeken.
Lesdoelen:
- De leerlingen kijken en turven welke weggebruikers het kruispunt gebruiken.
- De leerlingen zien verschillende pictogrammen om hen heen.
Materiaal:
- Werkblad Verkeer
- Potlood of pen
- Camera
- Stoepkrijt
- Extra begeleiders
Confrontatiefase + aanrommelfase: Op het bord wordt een pictogram afgebeeld. Je vraagt de leerlingen of ze weten wat dit is en wat het betekent. Laat één van de leerlingen vertellen wat een pictogram is en waar het voor wordt gebruikt.
Opzet onderzoek: Om met de leerlingen naar buiten te kunnen is het belangrijk het onderzoek goed voor te bereiden. De klas wordt in zes groepjes verdeeld en elk groepje heeft een begeleider nodig. De begeleiders kunnen ouders van de leerlingen zijn of leerlingen uit groep 8. De begeleiders worden van tevoren ingelicht over hun stimulerende en organisatorische taken. De begeleiders krijgen het werkblad Verkeer mee en hebben een camera of een telefoon met camera mee. De leerlingen krijgen instructies voor de uitvoering van het onderzoek. Zo moeten de leerlingen als ze naar buiten gaan goed op de pictogrammen om hun heen letten en er een foto van maken. Ook zullen de leerlingen gaan bekijken welke voertuigen er in het verkeer rijden en hoeveel daarvan in het verkeer rijden. Voordat de leerlingen naar buiten gaan maken ze met elkaar en de begeleider afspraken over de rolverdeling. ZE spreken af wie waar op let, wie de foto's maakt en wie de weggebruikers turft.
Onderzoek: De leerlingen gaan naar buiten om de buurt te onderzoeken. Tijdens deze les wordt vooral de nadruk gelegd op ‘ervaren’. Telkens wanneer de leerlingen een pictogram zien of denken te zien, maakt de 'fotograaf' een foto. De groepjes lopen naar de Haarlemmerweg en gaan allemaal op een bepaalde plek staan. Deze plek wordt aangegeven met stoepkrijt en de leerlingen worden erop aangesproken dat ze alleen binnen de cirkel blijven tijdens het onderzoek. De leerlingen gaan bekijken welke weggebruikers er in het verkeer zijn en hoeveel daarvan ze tellen. Ze krijgen het werkblad Verkeer met daarop verschillende tekeningen van verschillende weggebruikers. Elke weggebruiker wordt door één van de leerlingen in de gaten gehouden, terwijl één van de leerlingen turft. Ze zullen zien dat de weg door sommige weggebruikers veel wordt gebruikt en door anderen niet. Nadat de leerlingen de weggebruikers hebben bekeken, zo’n 15 minuten, lopen de leerlingen weer terug naar school.
Presenteren resultaten: Terug in de klas wordt het onderzoek kort besproken. De leerlingen vertellen welke weggebruikers ze hebben gezien en wat ze is opgevallen tijdens het onderzoek. De begeleiders worden bedankt voor hun inzet en nog even gevraagd de foto’s op de computer te zetten.
Differentiatie: In deze les wordt er gedifferentieerd op interesses, rollen (vaardigheden) en niveau. Tijdens het onderzoek worden de rollen van de leerlingen verdeeld. De begeleider bespreekt samen met de leerlingen wie wat wilt doen. Zo kunnen de leerlingen kiezen uit een taak die hen leuk lijkt en een weggebruiker die hen aanspreekt. Verder is het van groot belang dat de groepjes zorgvuldig worden samengesteld. In een kleuterklas zijn vaak grote verschillen tussen de ontwikkeling en vaardigheden van kinderen. Tijdens deze lessenserie is het aan te raden om leerlingen met een verschillend niveau bij elkaar te zetten. Zo kunnen de oudere leerlingen de leiding nemen en de jongere leerlingen helpen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb