Les 2: Het openbaar vervoer in je eigen wijk

 

Lesdoelen:

  • Aan het einde van de les hebben de leerlingen een effectieve plattegrond van het openbaar vervoer in hun eigen wijk ontworpen met bijbehorende legenda.
  • Aan het einde van de les hebben de leerlingen herkenbare punten in hun plattegrond aangegeven op de juiste plaats op de kaart.

 

Materialen:

  • Werkblad 2 (zie leerlingengedeelte 7/8)
  • Extra begeleiding voor de buitenactiviteit
  • A3 papier en kleurpotloden per groepje


Inhoud: De leerlingen gaan in deze les de plattegrond aanvullen met herkenningspunten die ze zelf toevoegen. Om de herkenningspunten op de juiste plek te zetten, gaan de leerlingen naar buiten om te onderzoeken hoe de punten zich tot elkaar verhouden. Tevens geven de leerlingen aan waar het openbaar vervoer rijdt. Tot slot geven ze met een legenda aan hoe de kaart gelezen dient te worden.

 

Confrontatie- en aanrommelfase: Je laat op het digibord een plattegrond zien (zie leerlingengedeelte). Vraag de leerlingen of ze het gebied herkennen. Herken je bepaalde punten. Hoe groot is het gebied schat je in? En wat ontbreekt er op de kaart vind je?

 

Opzet en uitvoering onderzoek: Waarschijnlijk heeft een deel van de leerlingen het gebied herkent. Vertel dat het vertrekpunt (rood gemarkeerd) de school is. Vertel dat ze straks allemaal per groepje van vier leerlingen met dezelfde plattegrond onder begeleiding de buurt gaan verkennen. Wie kan zich nog herinneren wat we de vorige les besproken hebben? Dit was de geschiedenis van de tram. Vandaag gaan jullie zodra jullie buiten zijn als eerste op de plattegrond de tramlijnen aanbrengen, hiervoor moet je dus goed kijken door welke straten de tram rijdt. Ook mogen ze de buslijnen aanbrengen. En weet iemand nog wat we in de vorige les als laatste besproken hebben? Dat ging over de herkenningspunten op het laatste tramnet. Vertel dat de leerlingen buiten, na het tekenen van de tram- en buslijnen, op zoek gaan naar zoveel mogelijk herkenningspunten (denk aan een winkel, speeltuin, bioscoop etc.) om deze op de plattegrond aan te geven. Zodra ze vervolgens terug zijn in de klas kunnen ze de plattegrond overnemen en de herkenningspunten en de tram- en buslijnen tekenen. Tot slot maken de leerlingen een legenda die duidelijk maakt hoe de kaart gelezen dient te worden. De leerlingen moeten bijvoorbeeld duidelijk aangeven wat de bus en wat de tram is. Voordat de leerlingen naar buiten gaan benadruk je dat de samenwerking een belangrijk onderdeel van de opdracht is. Vraag hen een rolverdeling te maken zodat ze gestructureerd aan de slag kunnen. Wie gaat de tramlijn uitzoeken, wie zoekt de herkenningspunten en wie wil deze uiteindelijk tekenen? Wie is buiten de regisseur?

 

Presenteren resultaten: De groepjes laten om de beurt hun plattegrond aan elkaar zien en lichten toe hoe ze te werk gegaan zijn en welke herkenningspunten ze getekend hebben en waarom. Laat de leerlingen elkaars werk vergelijken en voer een gesprek over deze verschillen met de leerlingen. Wat zijn de voor- of nadelen van de ene werkwijze t.o.v. de andere werkwijze?

 

Differentiatie: Differentiatie op tempo en interesse. De groepjes hoeven geen bepaald aantal te bereiken maar moeten zoveel mogelijk herkenningspunten aangeven. Dit betekent dat de groepjes hun eigen tempo kunnen bepalen. Daarnaast geeft de rolverdeling tijdens het uitvoeren van de opdracht de mogelijkheid om te doen waar je je als leerling goed bij voelt. Leerlingen die graag tekenen of goed kunnen tekenen kunnen ervoor kiezen om de herkenningspunten te tekenen. Leerlingen die goed met een kaart over weg kunnen, kunnen buiten de leiding nemen, het overzicht houden en de anderen helpen.

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb