Les 3: Verkeervoorzieningen 

 

Lesdoelen:

• De leerlingen kunnen verschillende verkeersvoorzieningen benoemen en beschrijven.
• De leerlingen kunnen verkeersvoorzieningen op een weg plaatsen.

 

Materialen:

• Werblad Verkeersvoorziening plaatsen 

 

 

In de derde les gaan de leerlingen aan de slag met de verkeervoorzieningen. Ze hebben de vorige keer een spel gedaan waarmee ze de voertuigen moesten ordenen, beschrijven en benoemen. Vandaag gaan de leerlingen de verschillende verkeersvoorzieningen nader bekijken.  

 

Verbreding: Je vraagt de leerlingen welke verkeervoorzieningen ze tijdens het onderzoek allemaal hebben gezien en hoe vaak. Deze les wordt alleen ingegaan op de trottoirs, zebra's, fietspaden, wegen, stoplichten en rotondes. Na het bespreken van de voorzieningen laat je de leerlingen de voorzieningen indelen. De leerlingen moeten de voorzieningen indelen aan de hand van de gebruikers. Dus door welke gebruikers worden welke voorzieningen gebruikt. De leerlingen zal het opvallen dat sommige voorzieningen door meerdere gebruikers wordt gebruikt. Na het bespreken van de indeling laat je de leerlingen kort in groepjes bespreken waar de verschillende voorzieningen voor dienen.

 

Ontwerpend leren: Het tweede deel van de les bestaat uit het ontwerpen van een veilige verkeerssituatie. De leerlingen krijgen een probleem aangekaart, maken een ontwerpvoorstel, voeren deze uit en presenteren het aan de klas. De klas wordt in zes groepjes verdeeld en per groepje krijgen de kinderen een bepaalde verkeerssituatie. Het is van belang dat de groepjes zorgvuldig worden ingedeeld, zodat er sterke en zwakkere leerlingen in een groepje zitten. De verkeersituaties zijn getekend en kort omschreven op de werkbladen Verkeersvoorziening Plaatsen. De leerlingen overleggen met elkaar en bespreken wat de gevolgen zullen zijn van het plaatsen van bepaalde voorzieningen. Na het inrichten van de weg moeten de leerlingen hun ontwerp presenteren. De leerlingen vertellen welke voorzieningen zijn geplaatst en wat de consequenties zijn van deze plaatsing. De leerlingen in de klas luisteren naar de presentatie en mogen vragen stellen.

 

Differentiatie: In deze les is gedifferentieerd op niveau. Door goede en zwakkere leerlingen bij elkaar te zetten, kunnen de leerlingen elkaar helpen.