Les 3: Pictogrammen 

 

Lesdoelen: 

  • De leerlingen weten wat pictogrammen zijn en waar deze voor dienen.
  • De leerlingen kunnen de betekenis van verschillende pictogrammen herleiden.
  • De leerlingen kunnen een eigen pictogram maken.

Materiaal: 

  • Powerpoint met verzamelde pictogrammen 
  • Extra begeleiders 
  • Gekleurd papier, stiften en potloden

 

Communiceren + presenteren: In de derde les zijn alle foto’s van de pictogrammen verzameld en in een presentatie gezet. De les wordt gestart met het bespreken van de pictogrammen. Eerst vraagt de leerkracht nog even wat pictogram eigenlijk is en waar ze voor dienen. De verschillende pictogrammen worden bekeken en een aantal worden even kort besproken.  

De leerlingen gaan in groepjes samenwerken, om het makkelijk te houden gebruiken we dezelfde groepjes als de eerste les. Ook worden de begeleiders nog een keer gevraagd mee te helpen. De leerlingen krijgen een stuk of vier verschillende foto’s van verschillende pictogrammen. De leerlingen gaan in gesprek over deze pictogrammen. De begeleiders begeleiden alleen maar het groepje en zorgen dat de goede vragen worden besproken. Hebben jullie dit pictogram gezien? Zo ja, waar hebben jullie dit pictogram gezien? Kende jullie het pictogram al of hadden jullie het al ergens anders gezien? Wat zie je op het pictogram? Wat zal het betekenen? Waar zou ik het pictogram nog meer kunnen vinden?

 

Ontwerpend leren: Na het bespreken van de pictogrammen wordt het resultaat kort klassikaal besproken. Dan gaan de leerlingen verder met de laatste opdracht. De laatste opdracht is een ontwerp opdracht en bevat het maken van een ontwerpvoorstel, het uitvoeren en presenteren van het ontwerp. De leerlingen gaan in het zelfde groepjes met begeleider een eigen pictogram ontwerpen. De begeleider heeft weer een stimulerende rol en helpt zo min mogelijk. De leerlingen krijgen een situatie waarvoor zij een pictogram moeten maken. Zij overleggen met elkaar hoe het pictogram eruit moet zien en hoe zij het gaan maken. De leerlingen bedenken welk materiaal het best kan worden gebruikt, maar ze hebben een beperkte keuze uit potlood, stift en papier. Na het maken van de pictogrammen worden deze verzameld en klassikaal besproken. De leerlingen bekijken elkaars pictogram en bespreken wat het pictogram kan betekenen. Sommige leerlingen zullen nog een idee hebben hoe ze het de volgende keer anders kunnen of zullen maken en mogen dit ook vertellen.

 

Differentiatie: Net als in de eerste les wordt er rekeninng gehouden met de verschillende niveaus in de klas. 

 

Na het maken van de pictogrammen is de lessenserie afgelopen. De lessenserie wordt met de leerlingen besproken. Wat vonden zij het leukst, stomst en wat hebben ze allemaal geleerd.