Les 3: Vervoersmiddelen in andere landen

 

Lesdoelen:

  • De leerlingen kunnen benoemen welke vervoersmiddelen er in hun gekozen stad gehanteerd worden.
  • De leerlingen vergelijken vervoersmiddelen in Nederland met vervoersmiddelen in hun eigen gekozen land.

 

Materialen:

  • Werkblad 3 (zie leerlingengedeelte 7/8)
  • Computers
  • Bibliotheek
  • Posters (A3)

 

Inhoud: In deze les gaan leerlingen onderzoeken welke vervoersmiddelen er gebruikt worden in een stad naar keuze. Ze gaan in groepjes aan de slag en mogen het internet en boeken uit de schoolbibliotheek gebruiken om aan de juiste informatie te komen.

 

Confrontatie- en aanrommelfase: Laat een foto op het digibord zien van een vervoersmiddel uit India (zie leerlingengedeelte). Wat zien de leerlingen? Wat vinden zij hiervan? Vertel dat dit een vervoersmiddel is in India.  Hoe zouden mensen zich vervoeren op de Noordpool? Noem nog een paar landen en voer een kleine discussie hierover.

 

Opzet en uitvoering onderzoek: Vertel de leerlingen dat zij hun eigen land mogen kiezen waarvan zij gaan onderzoeken welke vervoersmiddelen er in dat land zijn. De leerlingen mogen zelf kiezen welk land zij het interessantst vinden om te onderzoeken. Naast informatie mogen zij ook plaatjes zoeken die aansluiten bij de informatie. Deze informatie vergelijken ze met de manier waarop mensen zich in Nederland vervoeren. Dit zie je ook terug op de poster: de helft van de poster bestaat uit vervoersmiddelen die in Nederland gebruikt worden, de andere helft van de poster bestaat uit vervoersmiddelen van jouw gekozen land. De leerlingen mogen hun informatie uit boeken die in de schoolbibliotheek staan en van internet halen.

 

Presenteren van resultaten: Wanneer iedereen klaar is, leggen de leerlingen hun poster op hun tafel. Vervolgens gaan ze de posters van hun klasgenoten bekijken. Daarna stel je een aantal leerlingen de volgende vragen: Welke poster vind jij het best gelukt? En waarom? Wat heb je van deze poster of van andere posters geleerd? Waren de verschillen tussen jouw gekozen land en Nederland groot? Of viel dat heel erg mee?

 

Differentiatie: Differentiatie van interesse. Leerlingen mogen het land wat zij het interessantst vinden gaan onderzoeken. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen gemotiveerd aan de slag gaan. Ook mogen de leerlingen zelf invullen hoe ze de onderzoeksvraag gaan onderzoeken: of ze dit liever op het internet doen of door middel van boeken.